Gidsen door taaie materie (copy)

UIT DE PRAKTIJK

De non-fictieboeken van Marc ter Horst en Annet Huizing zijn geschreven voor kinderen, maar slaan net zo goed aan bij volwassenen. Zo geeft Marc klimaatcolleges aan volwassenen naar aanleiding van zijn Palmen op de Noordpool en wordt De zweetvoetenman van Annet ook gebruikt in hbo- en wo-rechtenopleidingen. Hoe komt dat? En wat betekent dat voor hoe je prettig leesbare teksten schrijft? Voor Tekstblad verkenden ze dat in een uitgebreide e-mailwisseling.

ANNET HUIZING en MARC TER HORST

schrijven jeugdboeken die prijzen winnen en veel worden vertaald. Meer info op de websites van Annet en Marc.

Tekening Margot Westermann 

Annet Huizing Foto: Jörgen Caris 

Marc ter Horst. Foto: Dennis Vloedmans 

Gidsen door taaie materie

Annet: ‘Toen ik nog tekstschrijver was, dacht ik altijd dat je niet voor alle leeftijden kon schrijven. Toch wilde ik het proberen met De zweetvoetenman, mijn boek over het recht. Het boek moest begrijpelijk en leuk zijn voor een nieuwsgierige dertienjarige, én interessant en niet te kinderachtig voor jongeren en volwassenen. Dat gold zowel voor de inhoud als voor de schrijfstijl en de vormgeving. En het is gelukt, tot mijn verrassing.’

Marc: ‘Ik heb daar geen moment over nagedacht. Het onderscheid tussen kindertekst en grotemensentekst heb ik altijd overdreven gevonden. Ik schreef bijvoorbeeld ook voor informatiecentra en musea. Dat zijn korte teksten, dus je wilt de lezer meteen bij de lurven grijpen en zo lang mogelijk geboeid houden. Dan zijn teksten voor kinderen, in elk geval vanaf een jaar of acht, negen, helemaal prima voor volwassenen. Tenzij je echt extreem op de kinderwereld inhaakt natuurlijk. Maar dat doe jij ook niet, toch?’  

Linoleum en legaliteitsbeginsel

Annet: ‘Nee en dat is ook helemaal niet nodig. Vroeger dacht ik dat je qua onderwerp goed moest aansluiten bij de leefwereld van kinderen. Een boek over het recht zou dan vooral moeten gaan over rechten van kinderen. Maar nadat ik een aflevering van Het Klokhuis zag over de productie van linoleum, dacht ik: elk onderwerp is interessant te maken voor kinderen, zolang je in je uitleg maar aansluit bij hun beleving. Als ik het legaliteitsbeginsel in het recht toelicht, op het eerste gezicht niet echt een ‘kind-onderwerp’, doe ik dat met voorbeelden waarin kinderen zich herkennen. Ik schrijf dan: Stel je voor dat de politie jou arresteert omdat je een capuchon ophebt. Of dat je hockeystick ineens wordt gezien als een verboden wapen. Dan weet je toch helemaal niet meer waar je aan toe bent? In een boek voor volwassenen zou ik ander vergelijkingsmateriaal kiezen.’

Marc: ‘Ik denk inderdaad dat je met alle onderwerpen de verwondering van kinderen kunt opwekken. Je kunt ze ook aanspreken op hun nieuwsgierigheid. Bij alles kun je je afvragen: waar komt het vandaan, waar is het voor nodig? Dan leg je verbanden met de geschiedenis en de natuur en dat zijn al gauw eyeopeners. Ik denk ook dat dat onze taak is: kinderen helpen om uit te zoomen, het grote geheel te zien. Simpel gezegd: verder kijken dan je neus lang is. Iets wat in deze tijd voor veel volwassenen ook geen kwaad zou kunnen. Maar: waarom denk jij dat studenten en volwassenen De zweetvoetenman graag lezen?’

Het hele verhaal, zonder voorkennis

Annet: ‘Ik denk omdat het recht erin tot leven komt. Mijn doel was niet: uitleggen hoe het recht in elkaar zit. Ik wilde aan de hand van verhalen laten zien en voelen wat het betekent om in een rechtsstaat te leven. Het moest bovenal ook ‘amusement’ worden, hoe plat dat misschien ook klinkt. Geen lesboek, geen leerboek, maar een spannend leesboek.’  

Marc: ‘Herkenbaar, ik gebruik ook spanning en kleine anekdotes om onderwerpen tot leven te wekken. Maar dat is niet uniek voor kinderboeken. Volgens mij zijn onze boeken ook aantrekkelijk omdat ze over onderwerpen gaan waar veel mensen liever geen volwassenenboek over lezen. Mensen willen wel weten hoe het zit met het recht, met klimaat en met virussen, maar daar zijn vaak alleen saaie of dikke boeken over verschenen. Of boeken die slechts een deel van het onderwerp behandelen. Toen ik Palmen op de Noordpool schreef, was er op de volwassenenafdeling geen boek te krijgen dat beknopt en helder het hele verhaal van klimaatverandering vertelde. Ik heb er zelf honderden sites, artikelen en boeken voor geraadpleegd en die heb ik als het ware samengevat en toegankelijker gemaakt in het boek. Hetzelfde geldt voor Viruswereld. Het zijn introducties op grote onderwerpen.’ 

Marc: ‘Ik gebruik ook spanning en kleine anekdotes om onderwerpen tot leven te wekken. Maar dat is niet uniek voor kinderboeken. Volgens mij zijn onze boeken ook aantrekkelijk omdat ze over onderwerpen gaan waar veel mensen liever geen volwassenenboek over lezen’

Annet: ‘Mijn uitgangspunt bij het schrijven is: mensen weten minder dan je denkt, en begrijpen meer dan je denkt. Voor kinderen klinkt dat logisch, maar ook veel volwassenen weten niet precies wat een officier van justitie doet, wat de functie is van de Hoge Raad of wat nou eigenlijk een rechtsstaat inhoudt. De begrippen kennen ze wel, dus als schrijver veronderstel je misschien te snel dat ze dan ook weten wat de begrippen inhouden. Een tekst wordt lekkerder leesbaar als je uitgaat van weinig voorkennis. In De zweetvoetenman staat de achtergrondinformatie in infographics, dat spreekt veel mensen aan. Of ik geef extra uitleg in de kantlijn. Ikzelf vind het ook prettig als de krant een ‘hoe-zit-het-ook-alweer-stukje’ publiceert bij het nieuws.’

De diepte in, en lucht erin

Marc: ‘En dat betekent niet dat je niet de diepte in kunt. In Palmen heb ik bijvoorbeeld het verschil in gewicht van verschillende koolstofisotopen gebruikt om aan te tonen dat opwarming van de aarde door verbranding van fossiele brandstoffen komt. Een ingewikkeld verhaal dat ik zelf nauwelijks in de vingers heb. Maar met hulp van iemand die dat wel had, heb ik het toch fatsoenlijk kunnen overbrengen. Dat is op zo veel manieren belangrijk. Het maakt je verhaal sterker, het laat zien dat je je lezer serieus neemt en het kan in dit geval de interesse in de klimaatwetenschap aanwakkeren.’ 

Annet: ‘Je wilt dat de lezer voelt dat er nog een hele wereld achter zit. Ik ben met De zweetvoetenman ook bewust de diepte ingegaan. Ik heb bijvoorbeeld geput uit annotaties – juridische commentaren – op arresten van de Hoge Raad. Dat kan dus in een jeugdboek. Verhalen met haken en ogen, met dilemma’s, maken duidelijk dat het zelden zwart-wit is in het recht. Ik hou ervan om die complexiteit te laten zien, juist aan kinderen. En dat dan wel op een heel toegankelijke manier te brengen. Dat brengt me terug bij jouw opmerking over saaie en dikke boeken: zouden volwassenen ook niet stiekem genieten van een boek met veel illustraties? De vormgeving van de meeste boeken voor volwassenen is vrij traditioneel.’

Marc: ‘Ja, er zit bij onze boeken zo veel meer lucht in de opmaak. Ik denk inderdaad dat ook volwassenen daar blij van worden. Wat dat betreft zitten we allebei ook bij een fijne uitgever die veel aandacht geeft aan de uitvoering van een boek. Dat maakt trouwens ook dat het vaak echte cadeauboeken zijn.’ 

Vrijheid en verteerbaarheid

Annet: ‘Wat ik wel grappig vind, is dat onze boeken worden gebruikt in het onderwijs, terwijl we ons helemaal niet hebben beziggehouden met leerdoelen en -niveaus. Misschien maakt het feit dat wij vanuit een soort vrijheid schrijven, zonder dat allerlei mensen er iets over moeten roepen, onze boeken wel smakelijker en beter verteerbaar.’

Marc: ‘Zeker! Het is heerlijk dat ik zaken uit kan leggen zoals ik dat zelf wil, en niet in een format van tien regels waar drie begrippen in moeten zoals in een lesmethode.’ 

Annet: ‘Als ik een educatieve tekst over het recht zou schrijven, zou ik eerder de systematiek van het rechtssysteem als uitgangspunt nemen, met bijvoorbeeld de driedeling in burgerlijk recht, strafrecht en bestuursrecht. In De zweetvoetenman heb ik juist de invalshoek van de leek genomen, met vragen als: Wat als je per ongeluk de verkeerde vermoordt? Wanneer mag je iemand een knal verkopen? Kom je weg met “dat wist ik niet”? Dan gaat materie leven. En wordt het een leesboek. Daarom gebruik ik ook geen bullets in de tekst. Die hebben te veel de uitstraling van een informatieve tekst.’

Praten tegen de lezer, vragen van de lezer

Annet: ‘In die zin moest ik ook best wat afleren. Als tekstschrijver heb je wel een voorsprong, omdat je ervaring hebt met structureren, formuleren en denken in concepten. Maar het mag allemaal een stuk losser, vrijer en persoonlijker dan bij schrijven in opdracht. Verhalender ook. Jij hebt op dat punt goed commentaar geleverd op mijn eerste hoofdstukken van De zweetvoetenman. Daar zat nog te veel uitleg in, terwijl de spanning juist zit in de verhalen. Dialogen, show, don’t tell en zintuiglijk schrijven zijn echte fictietechnieken.’

Marc: ‘Ik kom zelf in veel recensies tegen dat ik de lezer direct aanspreek. Voorbeeldje: Veel virussen zijn kleine rotzakken. Dat zal je inmiddels wel duidelijk zijn. Maar je lichaam is ze bijna altijd te slim af. Doe jij dat ook?’

Annet: ‘Mijn uitgangspunt bij het schrijven is: mensen weten minder dan je denkt, en begrijpen meer dan je denkt. Voor kinderen klinkt dat logisch, maar ook veel volwassenen weten niet precies wat een officier van justitie doet, wat de functie is van de Hoge Raad of wat nou eigenlijk een rechtsstaat inhoudt’

Annet: ‘Ja, absoluut. Of ik stel vragen vanuit het perspectief van de lezer. Bijvoorbeeld: Rechters worden voor het leven benoemd, niemand mag zich met hun beslissingen bemoeien en niemand kan ze ontslaan vanwege een uitspraak. Nou, die hebben het mooi voor elkaar! Maar wie controleert dan of rechters wel goed rechtspreken? Of ze zich aan de wet houden bij hun werk? Ik moest toen ik begon mijn tekstschrijversstem loslaten en een goede vertelstem vinden. Het is het verschil tussen een biologiedocent voor de klas en een natuurgids in het bos. Die natuurgids behandelt de stof misschien niet zo systematisch als de biologiedocent, maar maakt het wel aanschouwelijker en brengt z’n enthousiasme over. Freek Vonk-achtig, zeg maar. Dat werkt aanstekelijk. Sowieso was mijn criterium voor de zaken die ik selecteerde: gaat mijn hart hier sneller van kloppen? Want alleen als ík het interessant vind, en precies wil weten hoe het zit, kan ik het goed uitleggen.’

Wel houvast, niet voorspelbaar

Marc: ‘Ook de structuur mag losser en vrijer dan je misschien als tekstschrijver gewend bent. Aan de ene kant moet de lezer wel houvast hebben. Dat is nog wel eens lastig als je leuke hoofdstuktitels verzint. Rampspoed & ellende: dat is duidelijk, dat gaat over gevolgen van de klimaatverandering. Maar Luchtbellen & boomringen? Dat gaat over klimaatonderzoek. Vandaar dat we dus bij elke hoofdstuktitel ook een ondertitel hebben. Zet je die ondertitels op een rij, dan is de structuur ineens glashelder. Aan de andere kant is afwisseling waanzinnig belangrijk. Niet elke paragraaf op dezelfde manier beginnen. Na een theoretische paragraaf bijvoorbeeld een anekdote en zo de lezer continu blijven verrassen. Ik denk dat dat helpt om te blijven doorlezen. Cliffhangers werken ook. Die kunnen heel spannend zijn en de nieuwsgierigheid vasthouden. Zo eindig ik de paragraaf over verschillen tussen virussen en bacteriën met Maar het belangrijkste en gekste verschil komt nu. Reken maar dat je dan de bladzijde omslaat.’

Annet: ‘Klopt, je wilt geen strak stramien, dat is zo saai. Maar tegelijkertijd wel een kraakheldere structuur, een rode lijn, een hoofdweg, zodat de lezer weet waar hij zich bevindt en wanneer je een zijweg inslaat. Daarom ook dat beeld van een gids. Die zegt dan: we slaan nu even linksaf, we komen straks terug op deze plek.’ 

Marc: ‘Ja, een goed non-fictieboek heeft ook echt een ritme, een doordachte opbouw en afwisseling in tempo. En als het goed is, voelt het eind dan bijna als de landing van een turner: het is af.’

Annet: ‘Dat lijkt me een mooi einde voor ons artikel.’ 

Benieuwd naar de werkplek van Marc? Die vind je ook in dit digitale nummer. 

Wil je weten wat Annet momenteel onder handen heeft? Of ben je nieuwsgierig hoe hoogleraar wetenschapscommunicatie Ionica Smeets tegen wetenschapscommunicatie in kinderboeken aankijkt? Die artikelen vind je in het printnummer van Tekstblad.

 

    Warning: Undefined array key -1 in /var/hpwsites/u_twindigital_html/website/html/webroot/tekstbladpremium.nl/wp-content/plugins/diziner-core/lib/TwinDigital/Diziner/Core/Post.php on line 965
  • Gidsen door taaie materie (copy)

    Vorig artikel

    Warning: Undefined array key 0 in /var/hpwsites/u_twindigital_html/website/html/webroot/tekstbladpremium.nl/wp-content/plugins/diziner-core/lib/TwinDigital/Diziner/Core/Post.php on line 928
  • Gidsen door taaie materie (copy)

    Volgend artikel

Nog geen abonnee?

Tekstblad verschijnt 4 keer per jaar. Word lid en ontvang meteen het volgende nummer van Tekstblad!

Ga naar de website of stuur een e-mail naar klantenservice@virtumedia.nl

Contact

Redactieadres Tekstblad, p/a Departement van Communicatie en Cognitie, Tilburg University, Postbus 90153, 5000 LE Tilburg of redactie@tekstblad.nl.

Uitgever Virtùmedia, Postbus 595, 3700 AN Zeist, 030-6920677, tekstblad@virtumedia.nl, virtumedia.nl

Nieuwsbrief

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang het laatste nieuws.

© Tekstblad – 2023